Nijeholtwolde - Uitgaande van twee bestaande assen en vier wielen is er een boerenwagen gebouwd. In en door ambachtelijke meubelmakerij Roelof de Vries, Nijeholtwolde, is dat in drie jaar gerealiseerd. Donderdagmiddag was er een proefrit op het oudste pad van de gemeente, de Weerdijk in Nijeholtwolde. De proefrit is goed verlopen, mede door de menkwaliteiten van menner Roelof de Vries.
Gekozen is voor het type wagen, zoals destijds gebruikt in het Gelders rivierengebied en de Vijfheren landen. Deze boerenwagens zijn opvallend door hun ranke hoge vorm en hun zeer uitbundige versiering. Kenmerkend is daarbij het houtsnijwerk op de achter- en voor asdammen (de schamels).
De achterklep of krat stak hoog boven de laadbak uit en was vaak voorzien van een spreuk of versje. Ook het krankwerk, het scharnierend onderstel, dat de korte draaicirkel mogelijk maakte, was druk gebeeldhouwd.
Traditioneel werd hier een zeepaardje weergegeven. De zittekist, de bok, had ook z’n snijwerk, evenals de steek-leertjes.
Naast de versiering in hout had ook de smid zijn aandeel.
Het beslag, de constructieve versterkingen waren zijn werk en ook de vlambanden op het achterschamel. De bouten met bloemversiering, de kettingen, de opstap waren andere uitingen van status. Voor deze wagen is het smids- en houtsnijwerk door Co van Geene uit Ter Idzard uitgevoerd en de achterklep schildering door Rob Groenhuizen.
Al deze bijzondere kenmerken genereerde veel belangstelling. Al voor de tweede Wereldoorlog vormde zich een groepje geïnteresseerden in dit cultureel erfgoed. In 1963 werd de Stichting de Boerenwagen opgericht. Ruim 40 jaar werd een collectie over dit onderwerp in het Boerenwagenmuseum in Buren tentoongesteld. Na wat omzwervingen is het weer te zien in het Streekmuseum Baron van Brakel in het Gelderse Ommeren.
Na het verdwijnen van de paardentractie in de jaren 60 verkommerden veel wagens door stilstand. Door de jaren heen is echter veel bijzonder steek- en houtsnijwerk via verzamelaars en antiquairs bewaard gebleven. Lees meer in “Boerenwagens” door Ir M.C.A. Meischke, ‘Van Klep tot Krat’ door H. Braber en ‘Wagens en Karren’ door Drs. W.F. Renaud.