De geschiedenis van kantklossen;
Kantklossen is ontstaan uit de naaldkunst in Italië of België. Elk land strijdt voor zijn eigen eer van het ontstaansrecht.
Op een schilderij in Italië van 1771 werd de eerste afbeelding van kantklossen ontdekt. Brugge is echter ook al eeuwen bekend om hun kant.
Om te klossen heb je nodig: garen, klosjes, spelden, kloskussen en tenslotte een patroon. Want zonder patroon kun je niet klossen. Begin 1900 waren er al technische kantklostekenaars. Tjitske is ook al zover om van ee bestaande afbeelding b.v. een bloem een kantklospatroon te maken. Dit vergt vele uren.
Elk land heeft zijn eigen kantklos techniek.
Gravenmoers uit Brabant, dit zijn vooral stroken aan mutsen.
Honitonkant komt uit Engeland, zeer fijn kant met afgeknoopte draden, bij de klosjes worden aan het uiteinde kralen verwerkt en daaraan kun je zien uit welk deel van Engeland de kloster komt.
Schneeberger kant komt uit Duitsland, vooral voor kleedjes, kragen en manchetten.
Brugsbloemwerk natuurlijk uit Belgie.
Verder is er nog o.a. torchon, tulle, vlaanders, schuinenetslag.
Sinds 2005 heeft Tjitske een eigen hobbyruimte, hierin geeft ze les en heeft ze alles wat met kantklossen te maken heeft uitgestald.
Want ook dit is weer een onderdeel van haar hobby; het verzamelen van producten waar kantklos opzit. B.v postzegels, bussen, kantklossen (deze zijn er ook in alle maten en vormen), kloskussens, want elke techniek vraagt om een ander kussen.
Bent u ook nieuwsgierig geworden naar het kantklossen, maak gerust eens een afsprakk met Tjitske in haar hobbyruimte en ze maakt je nog enthousiaster.