Op een idyllisch plekje in de Scheenebos te Ter Idzard, daar woont Henk Kromkamp met zijn vrouw Jeanet en de 2 dochters, Marit van 5 en Noortje van bijna 1 jaar.
Henk is in zijn ‘gewone’ leven banketbakker en menigeen heeft vast wel eens een gebakje van hem geproefd van bakker Vliegendehond te Wolvega. Zijn vrouw Jeanet werkt op het gemeentehuis en is secretaresse van burgemeester en wethouders.
In haast een complete dierentuin met kippen, parelhoenders, kalkoenen, konijn (Frits), 3 Shetland pony’s, katten, hond wonen ze in zijn zelfgebouwde huis. Maar zijn grote passie zijn de duiven, de Deense Tuimelaars. Ruim 70 heeft hij er op dit moment. Te veel, vindt hij zelf.
30 jaar geleden kreeg Henk zijn eerste sierduif, een Turkse Tortel en sindsdien is hij besmet met het duivenvirus. Op 16-jarige leeftijd kreeg hij van Hans Binnema uit Oldeholtpade zijn eerste Deense Tuimelaar.
Van de Deense Tuimelaars zijn er 50 kleurslagen. Henk heeft de Witroek, de Rood-wit pen en de Geel-wit pen. De duiven hebben geen namen, alleen Brutus, deze steekt met kop en schouders boven de anderen uit. Ze hebben allemaal een kleurring met een nummer om.
Een duif kan ongeveer 10 jaar oud worden. Een duif zit 18 dagen te broeden. Er zijn 5 legsels per seizoen en een duivin legt per keer 2 eieren, dus 10 eieren per jaar. Het broedseizoen is van februari tot augustus. In februari gaat hij de duiven koppelen. De doffers hebben allemaal een eigen hokje. De sterkste doffer zit bovenin. Henk bepaalt dus zelf welke duivin bij de doffer komt, soms gaat het paren vrij snel bij anderen duurt het soms wat langer.
1 augustus worden de duiven weer gescheiden. Ze komen dan in de rui en dan is hun verenpak weer pico bello in de wintermaanden als ze weer naar een keuring gaan.
Henk wil alleen goed gezonde duiven. Wat hij niet goed genoeg vindt om te houden, gaat weg voor de handel. Hij is in 1996 lid geworden van de Deense Tuimelaar Club en is nu dus 11 jaar bezig.
De landelijke club is niet erg groot. Deze telt 26 leden, waarvan er 4 uit Friesland komen.
Bij een duif moet je letten op:
Stand en type, kopvorm, snavel, oog en oogrand, hals en beenlengte, kleur en tekening.
Van kop tot staart moet de duif egaal van kleur zijn.
Henk is naast fokker van duiven ook keurmeester tijdens de jongdierendag. Daarnaast is hij bezig met het behalen van zijn keurmeester certificaat waarmee hij ook landelijk mag keuren. Voor dit keurmeesterschap is veel kennis nodig.
En dat hij zelf goede duiven heeft, heeft hij wel bewezen, want hij heeft meerdere malen het predikaat ‘fraai’ en zelfs enige malen het predikaat ‘uitmuntend’ behaald.
Afgelopen jaar behaalde hij in Groningen zelfs het Erecertificaat.
Ook gaat Henk naar buitenlandse keuringen in Duitsland en Denemarken.
Van 10 – 13 januari 2008 was de 4e Europese show in Frederica in Denemarken. Er komen daar 900 –1000 duiven, alleen Deense Tuimelaars. Henk was daar heen, maar mocht helaas niet meedoen. Niet omdat zijn duiven niet goed waren echter vanwege de vogelpest..
De verzorging van de dieren vergt nogal wat tijd. Omdat Henk ‘s morgens vroeg uit de veren moet (5 uur) doet hij dat ‘s middags. Dan is het voedertijd. Elke dag schoon water en voer en kijken, kijken en nog eens kijken naar de beesten, hoe ze zich gedragen. 1 x per week krijgen ze een zoutbad, dat is goed voor de veren. De hokken geregeld schoon maken.
Door de duiven heeft Henk veel nationale maar ook internationale kontakten. Veel duiven worden onderling nogal eens uitgewisseld voor de fokkerij. Want door lijnteelt krijg je een goed soort duif. Daarbij komt nog het onderhoud van zijn enorme tuin en de verzorging van de andere dieren en natuurlijk zijn gezin. Je kunt je afvragen waar haal je de tijd vandaan? Maar ja, zo is het nu een maal, wat je leuk vindt daar maak je tijd voor.